De kwaliteit van de opera heeft te maken met de verheffing van onze zintuigen, die plaatsvindt als we de sfeer van een opera betreden. Je kent vast de ervaring dat een operavoorstelling constant verschillende niveau's van aandacht in beeld, klank en woord gelijktijdig prikkelt, en deze gewaarwordingen met elkaar in verbinding brengt. Opera is overvloed. Bij een goede operavoorstelling maak ik verschillende momenten van 'verblinding' mee van deze overvloed - op zo'n moment worden klank, tekst, personage en décor, vaak maar een moment, een geheel. Ik overstijg kortstondig mijn begrip van materie. Dit is een spirituele ervaring. De ultieme opera ervaring vind daar plaats waar de zintuigen een worden en daardoor de beperkingen van onze waarneming overstijgen.
Hieruit volgt dat de praktijk van de opera gaat over het samenbrengen van al die elementen die de ruimte kenmerken - een interdiscipline. De kunst is om componisten, musici, dichters, kunstenaars, designers en technici aan dezelfde ruimte te laten werken, en wel op zo'n manier dat hun onderlinge samenwerking en uitwisseling een laboratorium van bezieling wordt. Naar het klassieke voorbeeld is de operamaker een uomo universale die zich richt op de samenhang der dingen, en zich daarom niet beperkt tot een kunst of wetenschap, maar zich tussen de disciplines in beweegt, op zoek naar het snijpunt waar technologie en kunst elkaar inspireren en tot grote hoogte doen stijgen, en artistieke verbeelding de spirituele koers van de wereld stuurt.
De geboorte van de opera vond niet voor niets plaats als onderdeel van de baanbrekende maatschappelijke visie die de Florentijnse Renaissance heeft gekenmerkt. Naar het klassieke Griekse voorbeeld zoekt de uomo universale naar de samenhang der dingen, en beperkt zich daarom niet tot een kunstvorm of wetenschap, maar beweegt zich tussen de disciplines in, op zoek naar het snijpunt waar technologische inventie nieuwe kunstvormen mogelijk maakt, en artistieke verbeelding de spirituele koers van de wereld stuurt. De eerste opera in de wereldgeschiedenis - geschreven voor het huwelijk van de Florentijnse Maria de Medici en Koning van Frankrijk Hendrik IV in 1600 – kan dan ook worden beschouwd als het eerste multimedia-kunstwerk in de Westerse geschiedenis.
Wat me heeft geraakt is jouw schets van wat een operamaker zou kunnen, of liever zou moeten zijn. In het hier en nu, of straks, maar net zo goed in het toen, in feite zo oud als de wereld zelf. Deze kunstenaar verbindt zich, zonodig fysiek, vanaf de allereerste fase tot en met de laatste, met zijn kunst. Een onlosmakelijkheid van kunst en kunstenaar geeft ideeën over auteurschap, noodzaak of zeggingskracht van een bepaald kunstwerk een totaal andere dimensie in de wereld. In alle fasen van het werkproces weegt de kunstenaar af wat de inhoud, vorm, richting, waarde en communicatievermogen is van wat hij maakt. Een dergelijk kunstenaar voelt, wellicht na enige ervaring, tot in zijn tenen wat hij moet doen om zijn kunst te laten ‘werken’. En dit vervult dan vanaf het eerste idee een prominente rol in zijn denken over het realiseren van het werk.
Dit beeld omvat datgene waar wij beiden, ik als componist en jij namens YO! Opera Festival, mee bezig zijn. Het legitimeert de absoluut noodzakelijke authenticiteit en innerlijke overtuiging van de individuele kunstenaar, alsook de noodzaak van interdisciplinaire processen, het verbreden van kennis en inzicht door in contact te treden met diverse artistieke en maatschappelijke perspectieven. Dit beeld is geheel in overeenstemming met de Middeleeuwse musicus, die een praktijk beoefent waarin componeren, musiceren en communiceren onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Maar evenzeer met Richard Wagner, die niet alleen zijn operas schreef, componeerde, regiseerde en een speciaal voor het werk ontworpen theater vervaardigde, maar dit alles vanuit, en waarschijnlijk dankzij, een zeer uitgesproken maatschappelijke visie heeft kunnen ondernemen.
Samenvattend, is wat er van de operamaker verlangd wordt niets anders dan een uomo universale te zijn, naar voorbeeld van de oude Grieken, Leonardo Da Vinci, en zonodig Benjamin Verdonck, sinds zijn voorbeeld, dankzij Paul Koek tijdens een 'bewogen' middag voor de Nederlandse en internationale operawereld, aanleiding heeft gegeven tot deze belangrijke conclusie in ons discours.
In de opera van de 21ste eeuw, wordt ik als componist geacht een interdiscipline te beheersen, in plaats van ‘slechts’ een muzikale discipline in een groter verband uit te oefenen. In de operas die ik creeer zal ik in zekere mate uitvinder, filosoof, ontwerper, schrijver, regisseur, dramaturg, programmeur, performer en ondernemer moeten zijn, en tegelijkertijd in al deze hoedanigheden componist moeten blijven. De belangrijkste uitdaging voor een componist van 21ste eeuwse opera is dan ook niet om briljante muziek te schrijven, maar muziek op een briljante wijze in interactie te brengen met de samenleving. Alleen door contact te maken met andere kunstdisciplines, maar evenzeer met de wetenschap, het bedrijfsleven, de media en belanghebbenden in de maatschappij kan een opera pas zijn ware vorm verkrijgen.
Een opera kan daarom geen hermetische eenheid meer zijn met een vorm en inhoud die vooraf wordt bepaald, noch kunnen de diverse artistieke, zakelijke en sociale verantwoordelijkheden met enige zekerheid worden begrensd. Een compositie kan net zo goed bestaan uit zorgvuldig samengestelde bestaande muziek en teksten, als dat zij speciaal voor het werk worden bedacht en ontwikkeld. De vorm en inhoud van een opera blijven in principe in beweging zolang de opera wordt uitgevoerd, omdat iedere volgende interactie met de samenleving een hoofdstuk zal toevoegen aan wat het werk precies behelst.
Hieruit volgt dat het auteurschap van een componist niet te verwarren is met zijn artistieke authenticiteit. Waar auteurschap een cultus betreft waarin het genie van een auteur tot belangrijkste onderwerp van zijn kunstwerk wordt gemaakt, betreft authenticiteit een innerlijke kracht die een sturende en inspirerende werking inneemt in een proces, dat noodzakelijkerwijs groter is dan het belang van de auteur zelf. De idee van artistieke autonomie, het bevrijden van het individu, maakt in onze huidige maatschappij plaats voor een artistieke noodzaak tot ontmoeting en verbondenheid. En juist de opera, door haar interdisciplinaire karakter, kan als kunstvorm een unieke positie in dit proces van verbondenheid innemen.
Lees meer:
No comments:
Post a Comment